Levenseinde Design

Hoe denken creatieve jonge mensen over levenseinde? In dit geval zijn dat twaalf studenten van de opleiding St. Joost School of Art & Design (https://stjoost.nl/studies/new-design-and-attitudes). Daar studeren zij New Design & Attitudes. In drie groepjes hebben zij zeven weken gewerkt aan een opdracht van het lectoraat. Dat leverde bijzondere resultaten op! Op donderdag 18 maart gaven zij digitaal een presentatie aan het lectoraat. Alhoewel design en beleving zich lastig in woorden laten vangen, volgt hieronder een verslag van iedere presentatie. Respectievelijk geschreven door: Wim Boluit, Michael Echteld en Miriam Kersten.

Hoeveel zorg geef jij?

Sigrid Bannenberg, Nous Couteaux, Jessie van Lieshout, Gerianne de Horde en Fleur van der Pasch, ze spreken van een ‘reizende, immersive installatie’. Er vallen woorden zoals ‘zeecontainer, ‘bus’ en ‘kijkdozen’. Mensen spreken over de dood in metaforen. En metaforen zijn persoonlijk van aard. Voornoemde installatie zal dit spreken opwekken. Boven het hoofd hangt een halve bol, schuin, gemaakt van o.a. jute. Het is een natuurlijke stof die positieve metaforen oproept. Daaronder vindt het gesprek plaats. Aan de binnenzijde van de bol zijn kleurig voorwerpen aangebracht en er weerklinken stemmen: uitgesproken zinnen over verlies. De gespreksleider is iemand met dezelfde leeftijd als de bezoeker van de installatie en zet aan tot denken. Vragen worden beantwoord door een gekleurde ballon te kiezen en deze op te blazen. Alle ballonnen vormen uiteindelijk een abstracte infographic. Naast het gesprek is een kleine zorgactie van belang: een kaartje naar iemand sturen. Of koffie drinken met iemand. Het gaat om een emotionele connectie. Nooit opdringerig maar onvermijdelijk werpt de vraag zich op: “Hoeveel zorg geef jij?” Dan, na alle gesprekken worden de ballonnen kapot getrapt. Er wordt gelachen, misschien is er zelfs wel een beetje opluchting.

Ik haal de nieuwe aardappelen niet

‘Ik haal de nieuwe aardappelen niet’ is een spreekwoord dat je uitspreekt als je niet lang meer te leven hebt. Het is ook de titel van een activiteitenboekje om mensen met een korte levensverwachting te ondersteunen vanuit een maatschappelijk perspectief. Voor mensen met een korte levensverwachting is er professionele palliatieve zorg die gegeven wordt door artsen, verpleegkundigen, geestelijk verzorgenden, psychologen, sociaal werkenden en paramedici. Zij geven de zorg echter maar 5% van de benodigde tijd. 95% van de zorg wordt dus door de samenleving gegeven. Alleen vindt de samenleving het vaak maar moeilijk.

Daarom hebben Brechtje Geluk, Mette Costerus, Harley van Riel en Jolien van Roosmalen dit activiteitenboekje ontworpen. Het is geïnspireerd door ‘Noaberschap’—het gebruik om om te kijken naar je buren in tijd van nood in agrarische gemeenschappen in o.a. de Achterhoek en Twente. In het westen is het nauwelijks bekend, maar het activiteitenboekje brengt daar verandering in.

Het boekje is bedoeld om noaberschap bij alle generaties bekend te maken en te bevorderen. De oudere generaties kan zichzelf herkennen door de fotografie en illustraties die verwijzen naar vroegere tijden. Het bevat o.a. een lijstje met hulpvragen die je bij de buren in de bus kan doen. Of een poster om op je raam te plakken, waarmee noaberschap gestimuleerd wordt. Een spel (‘Rara hoe ga ik?’) om met je noabers te spelen. Of vragen die je elkaar kunt stellen als je bij elkaar thee komt drinken (‘BeTHEEkenisvol kletsen’), zoals ‘Wat is jouw levensmotto?’

Interessant is ook dat het boekje gemaakt is met Riso printproces, dat prints oplevert die slijten door gebruik. Dit symboliseert vergankelijkheid.

Bellen met de dood

Hoe maak je de dood onder studenten bespreekbaar? Adriana Tobé, Michèle van den Munckhof, Goof Laurens en Jesper Vlietstra, kwamen op het idee om te bellen met de dood. Zij ontwierpen een 3D animatie van een kamer. Het is de bedoeling dat deze kamer midden in de kantine van het schoolgebouw komt te staan. De kamer is zowel van buiten als vanbinnen, helemaal roze. Deze kleur is bewust door de studenten gekozen. Uit onderzoek, bij een roze gevangeniscel en een roze kleedkamer van een voetbalclub, bleek namelijk dat mensen rustig worden van een roze omgeving. En dat is ideaal om een gesprek over de dood te voeren. In de roze kamer plaatsen de studenten een ouderwetste zwarte telefoon. Met behulp van de telefoongids kies je als bezoeker naar wie je wil luisteren. Van tevoren hebben verschillende mensen een persoonlijk verhaal rondom de dood ingesproken. Als bezoeker pak je de hoorn op, je draait het betreffende nummer en vervolgens luister je naar het verhaal van die persoon. Dit zet je aan het denken. En in de roze kamer kun je hierover, in alle roze rust, met elkaar in gesprek gaan. Zo werkt ‘bellen met de dood’.