Sleutel

In deze bizarre tijden van Corona, is het levenseinde vaker een onderwerp van gesprek. Het lijkt alsof de praktische onderwerpen ook dan meer aandacht krijgen. Zo had ik een dame van 92 jaar aan de telefoon. Ze zei dat ze aan het sterfbed van haar 85-jarige vriendin had gezeten. Nog voordat ik gecondoleerd kon zeggen, vertelde ze over de noodzaak om enveloppen voor de rouwkaart te schrijven. Voorrang geven aan de ‘regelstand’ bij overlijden zal voor veel mensen bekend in de oren klinken.

Aandacht geven aan praktische zaken is ook mij niet vreemd. Dat bleek toen ik met Elizabeth (102 jaar!) sprak. Zij leeft, net als veel andere ouderen, momenteel in quarantaine. Na ‘hoe gaat het met u?’ volgde als vanzelf vragen over de boodschappen, het eten en haar medicatie. Uiteindelijk durf ik dan toch te vragen hoe ze de dag ervaart. En daarna sta ik met mijn mond vol tanden. Want haar dagen zijn saai. En ik voel me machteloos.

Op vragen over zingeving is niet meteen een antwoord te geven. Dan schuurt het en dat geeft meestal een onaangenaam gevoel. Daarom lopen we daar liever met een boogje omheen. Praktische vragen bieden aanknopingspunten om iets te doen. Dat geeft een prettig gevoel. Beiden type vragen hebben hun waarde. Alhoewel de vragen naar zingeving niet altijd voor het oprapen liggen, zijn ze soms wel een sleutel naar de kern waar het echt om gaat. En dat doet niet alleen iets met degene die de deur op een kier zet, maar ook met degene die de steutel in het slot steekt.