Thuiskomen

Elizabeth heb ik leren kennen tijdens mijn onderzoek bij ouderen die (bijna) de laatste zijn van een gedeeld verleden. Ze is een vriendelijke kleine dame van 101 jaar. Al haar broers en zussen zijn overleden. Ze is nooit getrouwd geweest en ze werkte jaren als verpleegkundige. Onder het genot van een kopje thee, vertelt Elizabeth dat haar vriendin Bep (86 jaar) plotseling is gestorven. Bep kwam om de week op vrijdag op bezoek. Ik vraag Elizabeth wat het met haar doet, dat Bep niet meer op bezoek komt. Na een moment van stilte kijken twee waterige grijze ogen mij aan: ‘Ja, ik mis haar wel’. Daarna volgt een verhaal over het verloop van de uitvaart en het verdriet komt verder niet meer ter sprake.

Dat je netwerk met de jaren steeds kleiner wordt, lijkt mij aangrijpend om mee te maken. Onzichtbare lijnen tussen jou en de ander vallen weg. Omdat je identiteit voor een groot deel door je omgeving wordt gevormd, vraag ik me af wat het met je doet als jij degene bent die overblijft. Elizabeth wil daar verder niet veel meer over kwijt. Het is pijnlijk en verdrietig. Ze vertelt liever over het bezoek dat er wel was en wat nog gaat komen. De meeste van deze verhalen bestaan uit terugkerende patronen. Mensen die op bepaalde dagen zouden kunnen langskomen, iemand die altijd in die ene stoel zit of het maandelijkse telefoontje van de nog enige in leven zijnde zwager die in België woont. Het zijn allemaal rituelen; zinvolle handelingen die het leven zin geven.

Als je (bijna) de laatste bent van een gedeeld verleden is je klankbord weg. Jij bent degene die alle verhalen draagt. In die verhalen zit een wereld verscholen van identiteit en betekenis. Wanneer je vanuit deze invalshoek naar verhalen van ouderen luistert, dan krijgen ze een andere waarde. Als luisteraar word je deelgenoot gemaakt. Met het overlijden van Bep is niet alleen een vriendin verloren, maar ook een stukje van Elizabeth zelf. Bekende verhalen herhalen wordt veel gedaan, niet alleen door ouderen. Want het is de echo waarbij je thuiskomt.